Vanmorgen was het opnieuw heel vroeg op. 4.15 ging de wekker en om 5 uur vertrokken we naar Hortens Plains National Park. Dat ging in een razend tempo door de donkere nacht. We speerden een geweldig berg op in vele haarspeldbochten. Hermien zat voorin en zag alles voorbij scheren. Even voor 6 kwamen we aan bij de entree. Dat dachten we tenminste. Ayesh ging de kaarten kopen en wij wachten en brachten nog even een bezoek aan de openlucht WC. Gadver..dat was echt heel erg smerig. Toen de kaarten waren gekocht stonden er wel 50 busjes met toeristen. We gingen het park in met de auto. Na nog een paar stijle wanden die de hybride toyota goed nam kwamen aan bij de echte entree. We liepen in onze korte broek en hemd want het zou zeker warm worden en 18 graden was voor ons heel gewoon. Het was 12 graden en toch wel koud. We begonnen aan de tocht die ons naar worlds end zou moeten brengen. We betraden paden die vol lagen met grote rotsen, wegen met bomen en takken en gladde rotsen en zandpaden. Hiken, heet het natuurlijk en dat hebben wij nog niet vaak gedaan. Na dik een uur kwamen we aan bij Mini worlds end. We namen wat foto's en gingen door. Toen werd het echt gemeen en was het zweten geblazen. De temperatuur was inmiddels gestegen en alle Chinezen die helemaal ingepakt in regenjassen en dikke broeken liepen hadden het zwaar. Net goed! Ze nemen met bussen tegelijk de ruimte in en gaan overal voorstaan. Wij hebben niets met onze Chineze wereldburgers. Na nog een half uur kwamen we aan bij worlds end. Het was hetzelfde alleen de klif was nog eens 400 meter dieper. Na nog wat foto's daalden we af naar de auto. We kwamen nog langs droge watervallen want het is hier erg droog. Sinds oktober is hier geen regen van betekenis gevallen. In mei was het nog heel slecht in andere gebieden maar hier viel het wel mee. We kwamen een 20 minuten voor het einde nog 4 Nederlanders tegen die de cirkelvormige route andersom liepen. Ze puften al en waren nog maar net begonnen. Ze hadden lange mouwen en spijkerbroek aan want hun gids had gezegd dat het heel koud was. Ze baalden maar maakten er toch een lolletje van.


Toen we terugkwamen bij de auto was Ayesh in geen velden of wegen te zien. We liepen naar een soort cafe voor chauffeurs maar daar was hij niet. Toen gingen we, een beetje houterig inmiddels, de parkeerplaats boven op een heuveltje op. Ook daar was hij niet. We belden maar kregen geen bereik. We streken achter de auto neer en waren doodversleten. Een chauffeur van het busje dat naast ons stond keek in de auto en bonkte op de ramen. De spiegels gingen open en daar kroop de slapende gids uit de auto.....'Wat zijn jullie vroeg !' zei hij. We dachten dat we juist langzaam waren want iedereen die haalde ons in. Ayesh was gelijk wakker en reed ons als een speer naar beneden waar ons een nieuwe ervaring wachtte.


De massage en het stoombad! We kwamen in een louche tent terecht met iemand die men dokter noemde. Hij zat achter een bureau en werd omringt met gele bruine gordijnen. Hij had een bord met de mogelijkheden erop. Toen we de hoofdmassage er vanaf hadden gehaald gingen we akkoord met een full body massage en een stoombad. Na de betaling konden we door een gordijn heen en betraden we een kamer waar 2 massagetafels een een houten stoombad stond. Twee dames betraden het strijdtoneel. We kleden ons uit en lagen op een niet al te schoon bed. Het plafond was vol met schimmelplekken en de stoomcabine prijkte als een doodskist in de hoek. De dames begonnen ons de masseren. Dat was best lekker. Na de massage mocht ik eerst de houten bak in. Ik heb toch liever mijn eigen stoomcabine thuis. Nadat ik het gevoel kreeg dat ik als een soort sate stok werd geroosterd ging de bak weer open en kon Hermien erin. We maakten foto's en Hermien genoot van de stoombak. Na de baden werden we afgedroogd en gaven we nog wat tip. De dokter wachtte ons al op en vroeg of alles ok was. Dat was het en we verdwenen naar het Hotel. Onze lijven waren klaar voor de sloop. Na 2 uur rusten stond de auto weer voor en gingen we naar een groot meer waar je van alles kon doen. Wij konden en wilden niet echt veel. We genoten van Klein Engeland want zo heet het. We bezochten het graf van iemand die vele olifanten heeft vermoord bij de Golf Club en dronken een koffie in het Grand Hotel. Poepie duur, net zoals vele dingen. Lokale betelan niks en toeristen de hoofdprijs.


Nadat we thuis waren gekomen hadden we zin in een 640 ml bier. Helaas verkopen ze geen alcohol. Dat heeft te maken met de enorme bedragen die je moet betalen om een vergunning te krijgen. Onze chauffeur sprong in de auto en bracht ons 2 bieren. We aten heerlijk. De Chef kok, die we al hadden ontmoet, was met een groot mes naar zijn moestuin gegaan en kwam terug met selderij en peterselie. Alles vers! Het was heerlijk. Morgen vertrekken we hier weer en gaan we naar Elle. Dat schijnt ook heel mooi te zijn.


Wordt vervolgd.