Vrijdag 28 juli. We hebben gekozen om de olifanten naast on sneer te leggen. Daar hebben we er al zoveel van gezien dat nog een park niet meer leuk is. Daarvoor is de Sinharaja in de plaats gekomen. Jungletocht van 4 uur. 2 uur heen en 2 uur terug met aan het einde een waterval waar je in kunt zwemmen. We vertrokken om 8.00 uur. We zouden om 10.30 aan de entree moeten zijn. Dat liep ff wat anders. Na een hele lange tocht door de bergen liep de autoschade op. Alle waarschuwingslampjes gingen op rood. Ayesh reed natuurlijk door want zoveel kon er niet aan de hand zijn. De airco ging uit en we klommen verder. Om 11.15 uur kwamen we aan bij een dorpje. Onze gids ging op zoek naar een tracker. Iemand die met toeristen de paden bewandeld en een goed oog heeft voor de dieren die in dit stukje, 11.5 ha, leven. Hij vond een klein ventje dat op slippers kwam aangewandeld. Hij stelde zich voor maar na 4 keer zijn naam te hebben gehoord vonden wij het wel goed. We zeiden zijn naam na maar of dat ook goed was zullen we niet meer weten. We gingen op weg naar het echte entreegebied. Het ging goed want we draaiden nauwelijks de weg op of daar liep een grote kameleon die een lieveheersbeestje (echt een grote) te pakken had. ‘We hebben geluk’ dachten we. Het werd al snel duidelijk dat het om een pad ging waar je steeds een gids tegenkwam met één of meerdere toeristen achter zich aan. De gidsen brabbelden wat en wezen wat en wij maar hopen dat ze de grote vangst ergens in een boom hadden zien zitten. Na wat kleine leguanen, waarvan de mannetjes er wat minder uitzagen als de vrouwtjes en grote spinnen sprong onze man de bosjes in. Hij bleef een paar minuten weg en kwam dan terug en riep ‘come’. We twijfelden geen moment en doken ook de bosjes in. Dat ging via stenen naar beneden totdat we bij een boompje aankwamen waar we een groene slang zagen zitten. Dat was het eerste succes. We liepen door en zagen een hele grote kameleon op een boom zitten. Hij werd wat gepord door de tracker en toen begon hij pas echt kwaad te kijken maar daar werd hij wel fotogenieker van. Na een enorme duizendpoot en vlinders en wat namen van bomen en vogels gebeurd dat waar we op hadden gehoopt. De tracker gaf Bram een high five en zei dat we heel veel geluk hadden. Hij stapte het bos in en pakje een groene tak, althans dat dachten we. Het was een slang! Hij liet ons zien hoe je hem moest beetpakken en vroeg of wij hem ook wilden vasthouden. ‘Natuurlijk’ Eerst pakte Hermien hem beet en liet hem langs haar arm kronkelen. Toen kreeg Bram de beurt. Dit was toch wel iets wat de dag nu al geslaagd maakte. Deze slang is niet gevaarlijk maar als hij aanvalt dan doet hij dat op een oog. Dat hebben we dan ook maar vermeden. Verder ging het. Het pad werd lastiger en mondde uit in een rivier. Je kon de waterval al horen. Over boomstammen het water over en soms springend van steen tot steen lukte het ons om de overkant te bereiken. Hermien soms met een handje van mij, van Ayesh of van de tracker. ‘Daar was hij’ De waterval. Het was inderdaad een mooie waterval. Bram had het zo warm dat hij direct zich van alles ontdeed en de zwembroek aandeed. Kleedhokjes waren er natuurlijk niet. Ayesh had tegen Hermien gezegd dat als zij zou gaan hij ook zou gaan zwemmen. Bram wilde het water al in toen Ayesh aangaf dat hij eerst ook het water in zou gaan. Dat gebeurde ook Het water was koud en dus heel lekker. Hermien, die eerst niet wilde, veranderde van mening en ging ook het water in. We zwommen onder het toeziend oog van 2 gidsen, want inmiddels was er een ander Nederlands stel aangekomen, naar het vallende water. Het was echt heerlijk.

Na wat koekjes en water verlieten we het water en klauterden terug. Onderweg zagen we nog wat vlinders en een sprinkhaan en ook nog een reuzeneekhoorn die helaas door 2 straathonden hoog in de bomen werd gejaagd. Tevreden en gesloopt van de warmte dronken we een koude cola waarna we weer verder gingen in de Tuk Tuk want het pad was voor de auto niet begaanbaar. De tuk tuk botste nog tegen een andere aan en moest uit elkaar getrokken worden. Het kwam goed en we stapte in de auto. In Galle aangekomen (2 uur later) was het al donker en begon de ellende. Het hotel was niet goed geboekt. We kwamen in een achterbuurt terecht bij enge mensen. We accepteerden het niet en Ayesh zag dat ook wel. Hij vertrok naar de stad waar we iets gingen eten en drinken waarna hij een hotel had geregeld. Daar hebben we de nacht doorgebracht. De airco stopte om middennacht ermee. We kregen hem niet meer aan . De propeller aan het plafond zetten we op stand vliegtuigmotor en toen ging het wel. Inmiddels hebben we het ontbijt achter de knopen en wachten we op Ayes. We gaan de rest van de vakantie eerst maar eens bespreken want de komende dagen staan er ook niet al te beste hotels op het schema en dat gaat het niet worden.