Het programma van dag 2 begon om 4.00 uur. De wekker ging en we werden om 5 uur opgehaald. De nachtrust was kort maar heftig. We waren nog moe van de reis. We kropen in de auto. Ayesh zag er uit alsof hij in de auto buiten had geslapen en 5 minuten geleden was ontwaakt. Lets go!


De visafslag in Negombo. We kwamen aan in het pikkedonker. Wat een bloedbad! Overal lagen vissen. Als ik vissen zeg dan zijn het ook vissen. Hamerhaaien van 2.5 meter. Tonijnen van 2 meter, witte haaien, roggen met vleugels van 1.5 meter. Honderden, duizenden vissen. De beste kwaliteit werd gekocht door handelaren op een manier die we in NL nog kennen van de velingen. Iemand gaat voor een enorme tonijn staan en begint te roepen. Als de koop gesloten is dan gaat het op de weegschaal enz. Na een halfuur werd het wat lichter. Tot mijn grote schrik was het geen water waar de vissen in lagen maar ….bloed! Djezus wat een bloedbad. Iedereen had slippers aan behalve Hermien en ik. Ik had voor de gelenheid mijn nieuwe gympen aangetrokken en Hermien een van haar 5 paar schoenen. O neeeeeee!!! Dan maar een beetje de diepste plassen omzeilen. We maakten soms een sprongetje.

Hermien had haar rokje aan en vermaakte de vissers die soms weken op zee waren geweest. Ze werd nagekenen door de halve markt.

Het was een geweldige ervaring! Toen het binnen een uur klaarlichte dag was en de zon scheen namen we afscheid van de markt toen Hermien een machine zag waar allemaal ijs werd gemalen. Toen wij stilstonden vroeg een van de mannen of ik de vriezer wilde zien. Natuurlijk. Toen zag ik de grootste vriezer die ik ooit gezien heb en ooit zal zien. Het was en gebouw. Zoooo groot!!! Als een gymzaal. Allemaal ijs. Er werd gezaagd en ik kroop het luik weer uit. Het was er overigens heerlijk koud.


We ontbeten bij een tentje onderweg. We kochten een broodje met gebakken ei dat al rechtop in het broodje stond. Ook kozen we voor kroket achtige dingen met vlees, vis en groente. Na deze maaltijd in de ochtend. 7.00 uur kijken we voortaan wel uit. Alles wat op paprika lijkt laat ik liggen. Ik nam een hap van het broodje en stond gelijk in vuur en vlam. Ik snelde naar de auto om mijn flesje water te halen en te blussen. Wow! Pffff…..


Toen we het ontbijt klaar hadden gingen we op weg naar de Mangroven. De boten vertrokken pas om 8.30 uur maar Ayeesh belde en we konden eerder terecht. Dat was ons geluk want toen we afvoeren via een nauwe waterstraat werden we eerst getrakteerd op kleine vogels die heel hoog en ver van ons in de enorme kokosbomen zaten. We dachten : ‘ Oh nee toch niet weer’. Terugdenkend aan de tocht die we in Togo hadden gemaakt om Nijlpaarden te zien en die niet zagen maar wel een paar bellen in het water. Het werd echter heel anders. De ene na de andere vogel kwam ons tegemoet. De schipper, een oude man met een cowboyhoed op stopte bij elke vogel. Hij had er een beter oog voor als ons. Varanen, hagedissen, kraanvogels. Paarse reigers en zelfs een joekel van een aap die hij zag in het struikgewas. Het was zeer geslaagd mede ook omdat we vroeg waren en de andere boten met toeristen er nog niet waren. We stonken naar vis en zweet en waren klam tot op de plekken waar je klam bent. We gingen terug naar het hotel om te zwemmen, bier te drinken (ze hebben hier alleen 0.7 liters) en te slapen.

Toen we om 15.00 uur weer opgehaald werden, gingen we naar een prachtige kerk. We hadden geen zin om de Hollandse grachten door te varen voor 80 euro pp. We hebben wat rondgelopen met onze gids en er werd uitleg gegeven. Rond 16.00 uur waren we op het strand waar we de eerste dag de zonsondergang hadden gezien. We waren getuige van een partijtje touwtrekken op het strand. 20 stoere mannen en een hevig schreeuwende coach deden wel 4 potjes met daartussen een pauze en strekoefeningen. Het was echt ouderwets knokken.

Nadat we ergens heerlijk hadden gegeten kwamen we tot rust in het Hotel. De eerste volle dag zat erop. Vissen, vogels, veel bloed en water zorgen ervoor dat we om 21.30 uur in slaap vielen. De volgende morgen ontbijt om 8.00 uur en vertrek naar Anuradhapura. De 3e stad van het land.


Het ontbijt werd zoals altijd geserveerd door de grijskrullende eigenaar die goed Engels sprak en ons vroeg hoe we de eieren wilde. We aten en vertrokken met de Prius Toyota waar het beginscherm Japans was en dus ook niet leesbaar. Dus laat maar…..


Kent u het spelletje met dat pistool waar een magazijn met kogels in zit waar een paar gedeeltes vrij zijn en dat iemand dat tegen je slaap zet en dan de trekker overhaalt. Russisch roulettes….Ja helemaal goed. Een spel dat daar op lijkt is in de auto stappen en 100 km op een tweebaansweg van plaats A naar B gaan. Het verkeer is echt bizar gevaarlijk. Inhalen doe je gewoon door je richtingaanwijzer uit te zetten, te kijken of er geen tegenliggers aankomen. Tot nu toe hetzelfde als in Nederland. Maar dan….als er net voldoende plaats is gewoon inhalen en dan ook nog links rijden. Het is eigenlijk wachten totdat je frontaal tegen een andere auto op staat. Niet dat onze gids slecht rijdt, zeker niet. Hij rijdt goed uitstekend. Toch trapte ik twee keer vol een pedaal in die ik niet had. Het ging goed want het gaat altijd goed bij hem. Voor geen goud zou ik het stuur 100 meter vasthouden. Ik moet ook nog altijd denken aan de uitzending van De gevaarlijkst wegen van de wereld die vanuit Sri Lanka kwam. Brrrrrr. Het zal ook wel een kwestie van wennen zijn. Daar gaan we maar vanuit want het sterft hier van de Nederlanders en die hebben allemaal ook een gids en een auto en daar gaat het ook goed mee..

We zijn inmiddels in het hotel gearriveerd. Akalamanda heet het hotel. Morgen gaan we op safari. De eerste Nederlanders die we ontmoeten waren een wat ouder stel waarvan de vrouw een balkon opliep en iets riep van ‘Dat zit in je hoofd, daar heb je psychische problemen’. Ik lag in het zwembad en hoorde het aan. Niet veel later verscheen de man voortdurend kreunend en maar roepen ‘ik trek het niet’. Hij deed zijn shirt omhoog en ik dacht dat hij er nog een shirt onder had. Een rood shirt maar dat was zijn BUIK….!!! Hij tierde en zijn vrouw dribbelde achter hem aan. ‘Ga het zwembad in’ zei ze. Hij rende de trap af en begroette ons. Hij had een T shirt aan en stortte zich in het water. ‘Helpt het?’ riep zijn vrouw van het balkon? Nou niet echt. Het verlicht een heel klein beetje. Hij vertelde dat hij in slaap was gevallen in ze brandende zon. Vandaag? Nee eergisteren. Het begon nu pas heel erg pijn te doen en te jeuken. Ik zei hem naar de receptie te gaan en te vragen of ze hier geen inheemse drankjes of kruiden hadden of een medicijnman. Je weet maar nooit. Hij kon er de humor niet van inzien maar vertrok toch. Hij kwam terug met de mededeling dat hij naar een dokter kon. Het is inmiddels een paar uur later en we zitten voor onze kamer in de schaduw. Hij is terug en loopt wat kwieker. Toen hij terugkwam was er een ander gezin met 3 kinderen waarvan de ene zich had afgezet tegen het trapje in het zwembad waarbij zijn voet vast kwam te zitten en daarna losschoot met als gevolg een enorm stuk vlees wat eraf was. Bloedend stort hij ter aarde voor ons huisje. Vader en moeder erbij en ook de hotel EHBO met een grote doos. Na wat grote doeken en pleisters werd de jongen in een rolstoel afgevoerd. Hem hebben we nog niet teruggezien. Zijn moeder zei ons net dat vorig jaar hij een dag voor de vakantie een gat in zijn hoofd viel en men hoopt dat het hierbij blijft.


Ik ga maar eens een biertje halen.